6 oktober 2017| Heb jij dat ook?
Je hebt jezelf eindelijk zover gekregen om je voeding aan te passen en om regelmatig te gaan sporten. Je bent echt onwijs trots op jezelf! Het eten gaat heel goed en je weet nu dat gezond eten erg lekker is. Maar een maand later zie je op de weegschaal dat je helemaal niet bent afgevallen. En misschien zelfs wel ben aangekomen… HUH?! Hoe kan dat nou gebeuren?!
In het begin gaat afvallen meestal heel snel. Je valt ongeveer wekelijks een paar kilo’s af. Op een gegeven moment ga je een omslagpunt bereiken. Je doet net zo veel moeite en misschien zelfs wel meer moeite dan je eerst deed, maar de kilo’s gaan maar niet meer weg. Allereerst is het belangrijk om te weten dat jij je hier geen zorgen over hoeft te maken. Deze gewichtstoename is goed. En het zal niet in de weg staan bij het bereiken van een fit en gezond lichaam.
- Bij het afvallen neem je vaak minder calorie in dan dat je verbruikt. Waardoor je in het begin ook veel kunt afvallen. Maar hoe kan het dan dat dit op den duur stopt?
Hoe kan dit?
Dit komt omdat je in het begin veel vocht kwijtraakt. Je verliest vet en je raakt spierweefsel kwijt. Maar aan de andere komt er wel spiermassa bij. Waardoor er gewichtstoename zal zijn. Maar ook wanneer je van een ‘niet zo actief leven`ineens naar een wel actief leven gaat, gaat je lichaam de glycogeen opslag vergroten. Omdat je dit bij het sporten nodig hebt om in actie te komen (directe energie).
Glycogeen
Je lichaam slaat glycogeen voornamelijk op in de spieren zodat je altijd een reserve potje met energie hebt voor het moment dat je in actie moet komen. Deze opslag kan enorme verschillen vertonen van dag tot dag. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door de soort sport die je doet, de hoeveelheid sport en hoe lang het geleden is dat je voor het laatst hebt gesport.
Hoe gaat dat in zijn werk?
Wanneer je koolhydraten gaat eten wordt dit in je lichaam afgebroken tot glucose. Wanneer de glucose opgeslagen wordt als glycogeen dan wordt dit gekoppeld aan water. Er is altijd water nodig om van glucose glycogeen te maken. Elke gram glucose dat wordt opgeslagen en omgezet naar glycogeen heeft 3 gram water nodig. Gemiddeld kan een persoon ongeveer 15 gram per kg gewicht aan glycogeen met zich mee nemen.
- Dus als je dit om zal zetten in een rekensom: een vrouw weegt 65 kg x 15 = 975 gram aan glycogeen dat je lichaam met zich mee draagt. Dat is dus bijna 1 kilo. En dit kan elke dag verschillend zijn.
Wat nu?
Mijn advies is om je gewicht op den duur niet meer bij te gaan houden. Maar om bijvoorbeeld te gaan kijken naar het vetpercentage. Naarmate je meer spierweefsel opbouwt, ga je meer vet verbranden. Je wordt beetje bij beetje lichter, maar je wordt ook “magerder” alleen zie je dit niet terug op de weegschaal. Dit omdat een gewone weegschaal niet kijkt naar de samenstelling van je lichaam, maar alleen naar je gewicht.
Het ouderwetse meetlint
Wat een goede oplossing hierbij kan zijn is om je weegschaal in te ruilen voor een meetlint. Dit omdat vet zicht vooral bevindt bij de buik en je heupen. Dus…mijn advies is maak je niet te veel druk om het gewicht maar kijk in de spiegel naar het plaatje wat voor je staat!
Sportieve gezonde groet,
Lisette
Volg me op mijn instagram
Wat je ook leuk zal vinden
- Online trainen
Abs Attack 21 dagen Challenge
- Download gratis
Week voedingsschema